Geschiedenis DZ&PC de IJsel
1920: de oprichting van “De IJsel”
Rond 1918-1919 vond een aantal zwemlustige Deventernaren dat het de hoogste tijd was om een zwemvereniging op te richten in hun stad. In de omliggende steden Zwolle en Zutphen waren reeds vele actieve verenigingen aanwezig die alom de prijzen wegsleepten.
Op 21 maart 1920 wordt (met steun van het gemeentebestuur en de “commissie van bijstand voor lichamelijke opvoeding”) de Deventer zwem- en poloclub de IJsel opgericht. Eén week later telde de club reeds 60 leden.
In 1921 volgde de koninklijke goedkeuring door de KNZB van de statuten en het huishoudelijk reglement.

1920-1940: een pont in de IJssel
In de beginjaren zwemmen de IJselleden in het gemeentelijk bad, gebouwd op een ponton in de IJssel. Het bad lag naast de Schipbrug. Hier is nu de opstapplaats voor het veerpontje.
In het bad worden onder grote publieke belangstelling de eerste kortebaanwedstrijden gehouden. Zelfs clubkampioenschappen ontbreken niet. Natuurlijk wordt er gestreden tegen andere verenigingen. Uit de jaarverslagen van die tijd blijkt dat al snel de eerste prijzen in de wacht gesleept worden.
Ook het waterpolo wordt met veel plezier bedreven. Hoewel de allereerste wedstrijden tegen Zwolle met 7 – 0 wordt verloren blijven de mannen stug doortrainen en de eerste overwinningen kwamen dan ook al snel.


1924-1941: NV IJselzwembad in de Holterkolk
In 1924 ging de club voor het eerst verhuizen naar een beter trainingsoord; het NV IJselzwembad. Dit lag aan het oostelijke deel van de Oude Holterweg (nu heet dit de Deltalaan).
Een groot voordeel van dit bad is dat er – in tegenstelling tot de IJssel – geen stroming was. Dit betekent dat er beter getraind kon worden en dat de prestaties ook steeds beter werden. Talrijke malen wordt een waterpoloteam van de IJsel, zowel dames als heren, kampioen van de kring IJselstreek. In 1929 werden de dames zelfs oostelijk titelhoudster.
In de kolk mag gemengd gezwommen worden, maar in het bassin was dat anders. In het midden was een schutting opgetrokken die de wat al te opdringerige heren van het vrouwelijk schoon aan de andere kant moest scheiden. Eerst wordt deze rieten schutting door jongelui afgebrand, en de nieuwe houten schutting zit al snel vol met kijkgaten. De taak van de badmeester werd daardoor uitgebreid met het leeggooien van emmers koud water over al te “verhitte” heren!
Ondanks het betere onderkomen wordt er ook nog steeds in de IJsel gezwommen. In de jaren ’30 wordt 3 maal een zwemtocht gehouden van Zutphen naar Deventer. Het volbrengen van deze monstertocht, over een afstand van 17 kilometer, mag toch wel een prestatie genoemd worden. De kosten van dit evenement waren echter zo hoog, dat van verdere organisatie moest worden afgezien…
1941-1954: het Borgelerbad
De zwemsport was nog voornamelijk een zomersport, en er werd gezwommen in onverwarmd water; watertemperaturen van 13°C waren geen uitzondering! Reeds in 1935 ontstonden de eerste plannen voor de bouw van een overdekt Sportfondsenbad. In 1940 was de verugde groot toen uiteindelijk het benodigde geld bijeen was en op 8 mei de opdracht voor de bouw gegeven werd. Maar twee dagen later brak de oorlog uit en zou het nog 25 jaar duren voordat Deventer een overdekt en verwarmd zwembad had.
Het Borgelerbad werd in 1940 gebouwd en geëxploiteerd door Johan Holzer, die op De Worp een aannemingsbedrijf had. Het bad met een afmeting van 20 x 60 meter had gemetselde zijkanten en een zachte modderige bodem. Diep en ondiep bad werden door een brug gescheiden. Om het zwemwater schoon te houden zwommen er flinke karpers in het bad; het vroege alternatief voor chloor.
In 1941 verhuisde de vereniging naar het onverwarmde Borgelerbad. De vereniging leidde in deze tijd een zeer kalm bestaan. Door de oorlog waren vele Deventernaren naar elders vertrokken en aanvulling voor de jeugd was er niet.
Uit de oorlogsjaren is nog bekend dat op een middag ± 25 heren en een dame van "De IJsel", in zwemkostuum, werden meegenomen naar de Schalkhaar-kazerne, omdat ze zich te buiten waren gegaan aan het zingen van vaderlandse liederen; iets wat de Duitsers niet erg konden waarderen.
Anny Scheffer-Barendsen uit Olst:
"Oorlog of geen oorlog, zwemmen gingen we, als het mogelijk was, iedere dag. Er kwamen ook altijd hele groepen Duitse soldaten zwemmen in het Deventer Borgelerbad. Ze moesten, of ze durfden of niet, eerst van de hoge duikplank springen. Soms werden ze gewoon geduwd. Ze hadden van die lange zwembroeken aan of gewoon onderbroeken. Het gelach en gejoel van ons was niet van de lucht. De een kwam nog dwazer te water dan de ander.
Onder ons waren ook veel studenten van de Koninklijke Landbouwschool, door ons 'landbouwers' genoemd. Enkelen waren ook lid van onze zwemvereniging “De IJsel'. Op een dag begon het de Duitse officieren waarschijnlijk te vervelen dat hun jongens steeds werden uitgelachen. Het joelen was nog niet begonnen of we hoorden een snerpend fluitje en van alle kanten kwamen soldaten het bad in en begonnen jacht op ons te maken. Eerst pakten ze de jongens, daarna de wat oudere meisjes. Zo hadden wij, de 14- en 15-jarigen de kans om ons in de omliggende struiken te verstoppen. Zodra ze er genoeg hadden gepakt, moesten ze zich in een rij opstellen, bewaakt door de soldaten, waarna ze het bad uit marcheerden. Bijna allemaal in badpak en op blote voeten. Wij konden via de struiken nog zien dat ze via de Boxbergerwerg naar de Wechelerweg (3-kwartierslaantje) liepen. Later hoorden we dat ze naar de Westenbergkazerne in Schalkhaar waren gebracht.
Wat er met de jongeren gebeurd is, ben ik niet te weten gekomen. Het was echter een beeld uit de oorlog en het verenigingsleven van De IJsel, dat ik nooit zal vergeten".
In 1942 mocht de IJsel de organisatie van de Kringkampioenschappen verzorgen. Vanwege te weinig deelnemers en juryleden moest de club toen helaas afzeggen. Begin jaren ’50 werd er door het bestuur van alles aan gedaan om meer leden te werven. Een speciale jeugdzwemdag en in het winterseizoen trainen in het Sportfondsenbad in Apeldoorn. Langzaamaan begon het ledental weer te groeien en er staan weer 160 leden geregistreerd.


1954-1965: het Rielerbad
Het Rielerbad is de geschiedenis ingegaan als één van de mooiste plekjes van Nederland om een langebaanwedstrijd te organiseren. Door de beschutte ligging werden er snelle tijden gezwommen. Jarenlang is er op nationaal niveau gestreden om de Zwemkroniekbeker en vele records zijn in Deventer gesneuveld.


1965-1992: het overdekte zwembad aan de Smyrnastraat
Op 20 november 1965 is het eerste overdekte zwembad in Deventer een feit. Eindelijk kan er ook in de wintermaanden worden getraind in een verwarmd bassin. Een explosieve groei van het aantal leden was een duidelijk gevolg van het nieuwe onderkomen. Het ledental ging van 120 in 1965 naar 550 in 1968. Overigens is het merendeel van de leden recreant en is een veel kleinere groep fanatieke wedstrijdsporters.
Omdat er ook in de rest van Nederland steeds meer overdekte zwembaden komen, besluit de KNZB de waterpolocompetitie te verplaatsen. Voortaan zullen de wedstrijden gespeeld worden tussen oktober en april.
Naast waterpolo en wedstrijdzwemmen wordt er in 1966 gestart met het kunstzwemmen bij de IJsel. Iedere zondagmiddag word er door de meisjes getraind en zijn er af en toe uitvoeringen. Vanaf die tijd zal de “kunstzwemafdeling” een kleine, maar evenwichtige en enthousiaste groep vertegenwoordigen binnen de vereniging. Nu heet deze sport (en de afdeling natuurlijk) synchroonzwemmen.


1992: de Scheg
Vanaf 1992 zit de IJsel in zwembad De Scheg in het stadsdeel Colmschate. In 1993 is ook de afdeling aangepast zwemmen bij de IJsel gestart. De club bestaat vanaf die tijd uit 5 afdelingen. Deze 5 afdelingen, onder leiding van het hoofdbestuur en met hulp van de activiteiten- en clubbladcommissie, vormen een gezonde vereniging met nu ruim 350 actieve leden. Het zwembad ‘de Scheg’ biedt ook de mogelijkheid om grote toernooien te organiseren. De Double Dutch Open is hier een goed voorbeeld van.
2003-heden: overdekking Borgelerbad
In 2003 is een gedeelte van het Borgelerbad overdekt gemaakt. Een groot deel van de trainingsuren worden nu behalve in de Scheg, in het Borgelerbad doorgebracht.


Fotoimpressie uit de oude doos













